Bij het opruimen en verhuizen kom ik ze altijd weer tegen: mijn tekenspullen. Hele mappen met A4 en A3 papier, kleurpotloden, grijze HB-potloden en boekjes met tekentips. Met daartussen nog gemaakte tekeningen van jaren geleden: Manga-meisjes en mooie grijze realistische tekeningen van idolen of dieren. Het ligt achterin de kast en het is zonde om weg te gooien. Maar ondertussen heb ik al jaren niet meer de tijd genomen om te tekenen. Nu twijfel ik: zou ik het nog wel kunnen?

Jaren geleden tekende ik graag in mijn vrije tijd. Als basisschoolmeisje begon ik met het tekenen van cartoons of Manga-meisjes uit de fantasy wereld. Op school had ik hele tekenschriften vol, voor als je wat voor jezelf mocht doen. Ook na schooltijd ging ik graag tekenen met een vriendinnetje. We printten plaatjes uit van internet en trokken deze over of gebruikten ze als voorbeeld om na te tekenen. Na een paar jaar waren het geen Manga-meisjes met superkrachten meer die ik tekende, maar probeerde ik ook foto’s van paarden na te tekenen. De tekenfilm-stijl maakte plaats voor zwart-witte realistische dieren tekeningen, waarbij het gebruik van de juiste grijs potloden met verschillende HB-nummers nauw kwam kijken. Voor mijn verjaardag vroeg ik dan ook een nieuwe kleurdoos met mooie potloden of een boek met uitleg over hoe je paarden of andere dieren kon tekenen.


Ik heb het nog best lang volgehouden. In de studententijd, toen ik fan was van Game of Thrones was ik bezig mijn idolen na te tekenen. Ik had aan de muren van mijn studentenkamer diverse tekeningen hangen. Maar de tijd die er aan besteede werd snel minder. Ik kreeg een vriend, het was druk met de studie en ik reisde veel door Nederland met de trein.
Een aantal jaren geleden heb ik nog wel een boek ‘kleuren voor volwassenen’ gekocht. Kant en klare tekeningen of mandala’s waarbij je nog wel de vakjes moest inklueren. Het leek mij leuk voor onderweg op vakantie en om toch lekker met kleurpotloden bezig te zijn. Maar dat heb ik nooit hetzelfde gevonden als zelf tekenen. Een beetje vakjes inkleuren, terwijl de tekening eigenlijk al is gemaakt. Alhoewel ik tegenwoordig toch ook het ‘schilderen op nummer’ heb ontdekt. Maar het verschil is toch dat je daarbij het schilderij nog moet vormen.

Beginnen met een witte canvas en daarvan iets moois maken. Dat deed ik graag. De vele frustraties die er soms bij kwamen kijken als ik een tekening mislukt vond. Mijn moeder zei altijd: dat is toch prachtig schat! Maar ik zag alleen maar de scheve neus, de verkeerde verhouding, de pony met te korte benen. Het kwam heel nauw, en ik was (en ben) erg perfectionistisch. Natekenen deed ik daarom ook het meest. Dan had je toch een voorbeeld van de verhoudingen. Maar tegelijk ook een voorbeeld van hoe jou tekening er dus net niet uitziet. Dus oefenen, oefenen, oefenen. Ik werd steeds beter, ook als ik een tekening drie keer opnieuw moest maken. Vele gummen heb ik versleten en ik kreeg vaak pijn in mijn handen van het krampachtig vastpakken van de potloden. Maar ik haalde er veel voldoening uit als een tekening naar wens was gelukt en ik deze vol trots aan mijn muur hangde.

Sommig mensen zullen zeggen; ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt. Maar ik vind het fijn om even niet met mijn werk bezig te zijn. Tegenwoordig heb ik een heel huishouden dat ik moet bijhouden, dus veel vrije tijd heb ik niet altijd meer. Maar naast dat ik series op Netflix kijk of af en toe een boek pak voor de ontspanning, blijf ik het heerlijk vinden om uiterst geconcentreerd bezig te zijn met een fotoboek of juist een schilderij (schilderen op nummer). En tekenen zou daar wel heel goed tussen kunnen passen. Ik heb het alleen al jaren niet meer gedaan… dat wordt weer opnieuw oefenen dus. Wie weet, mijn tekenspullen liggen voor het grijpen.